maandag 8 december 2008

De "witte woede" in Peru


Sinds maandag zijn de dokters van het Ministerie van Gezondheid (MINSA) in staking. En vandaag is ook het medisch personeel van de sociale zekerheidsinstelling “EsSalud” een staking van onbepaalde duur begonnen. De “witte woede” die hier is onstaan, is echter niet van gisteren. De dokters en verpleegsters van Perú zijn al een tijd boos. Boos omdat de Staat niet voldoende prioriteit en geld geeft aan de gezondheidssector. In 2005 gaf de peruaanse staat slechts 4.5% van zijn BNP aan gezondheid, de helft van het latijnsamerikaanse gemiddelde. De Peruaanse staat geeft jaarlijks slechts 130 USD per persoon uit (in 2005). Het medisch personeel is ook boos omdat de Staat - zowel MINSA als EsSalud - zijn ondertekende akkoorden niet nakomt ivm. loonregulatie en -gelijkschakeling, loonpremies voor personeel in afgelegen gebieden; het aanbieden van een formeel werkcontract in loonverband aan geprecarizeerde “pseudo-zelfstandigen”, enz. Een paar dagen geleden zorgde de Minister van Economie voor extra olie op het vuur toen hij aankondigde dat er zal gesneden worden in het nationaal budget voor 2009, wat betekent dat er in de toekomst dus zeker niet meer geld voor openbare gezondheid zal beschikbaar zijn.

Maar wat is MINSA? En wat is EsSalud? En waarom vereningen de dokters en ander medisch personeel zich niet in één syndicaat? Een beetje uitleg is hierbij wel nodig…
Peru kent een gefragmenteerd systeem van gezondheidsdienstverlening: de rijkste laag van de bevolking heeft een privé-ziekteverzekering (slechts 1.4 %) en doet beroep op privé-dokters en –klinieken; militairen, polities en hun families (1.9 % van de bevolking) hebben hun eigen verzekering, gezondheidscentra en hospitalen; een deel van de beroepsbevolking dat in loonverband werkt heeft een ziekteverzekering binnen het traditionele systeem van sociale zekerheid EsSalud (slechts 17.3% van de peruanen) en de rest van de bevolking is tenslotte aangewezen op het netwerk van diensten en infrastructuur aangeboden door het Ministerie van Gezondheid. Het overgrote deel van de Peruanen maakt dus gebruik van de gezondheidsdiensten van het ministerie (MINSA) en – in mindere mate - EsSalud.

De kwaliteit van de basis-gezondheidszorg in zowel EsSalud als MINSA laat te wensen over. Enkele pijnpunten die de Defensoría del Pueblo in haar verslagen opsomt zijn: lange wacht-rijen en wachttijden voor consultaties en ingrepen; gebrek aan medicijnen en medisch materiaal; ontoereikende infrastructuur; gebrek aan of niet aanwezigheid van medisch personeel in de rurale zones; discriminatie en weinig respectvolle benadering van (vooral arme en inheemse) patienten; verkeerde diagnoses én behandelingen; enz. Indien de doorsnee peruaan echter zou kunnen kiezen, verkiest hij/zij de diensten van EsSalud boven die van het Ministerie. Vooral voor wat behandeling van levensbedreigende ziekten, ongevallen en andere meer complexe gevallen betreft, heeft EsSalud een veel betere reputatie dan het MINSA, en zelfs in veel gevallen een betere prijs-kwaliteitverhouding dan de privésector.

Zeker in de hoofdstad Lima , waar het aanbod van EsSalud zich concentreert, zijn de condities van EsSalud dus beter; zowel wat betreft infrastructuur en dienstverlening maar ook wat betreft de werkcondities van het medisch en verplegend personeel. De dokters in EsSalud verdienen bv. meer dan hun collega´s in het Ministerie. De arbeidscondities in de centra en hospitalen van MINSA zijn dan ook verre van rooskleurig: de meerderheid (men spreekt van 60%) van de dokters, verplegend en ander technisch personeel werkt niet eens in loonverband maar in een precair statuut van “persoonlijke diensten” (een soort van “verplichte pseudo-zelfstandigen”). Dat betekent dat hun werkgever – het ministerie – geen sociale bijdragen betaalt: noch voor hun gezondheidsverzekering, noch voor hun pensioen, noch voor hun vakantie, … Hun arbeidscontract kan op elk moment opgezegd worden zonder dat de werknemer recht heeft op een ontslagvergoeding of wat dan ook. In het MINSA werken verpleegsters die minder verdienen dan het wettelijk maanloon (550 Soles of minder dan 140 Euro) en niet kunnen terugvallen op een ziekteverzekering als ze een intrahospitalaire infectie oplopen. Dokters die gemiddeld 2.500 Soles per maand verdienen (625 Euro) voor een volle dagtaak in MINSA zijn – volgens een peruaanse blog - eerder regel dan uitzondering.

(Wordt vervolgd…)

Geen opmerkingen: